Op het terrein van de huidige "Parkflats Kersbergen"
aan de Bosstraat in Baarn (twee flatge-bouwen met huisnrs.
20 t/m 66) stond tot ca. 1960 een villa met tuin, incl. koetshuis
+ bovenwoning, die de naam "Kersbergen" droeg.
Over de oorsprong van deze villa bestaan verschillende
lezingen. Zo vermeldt J.C.F. Baron d'Aulnis de Bourrouill
(destijds gemeente-archivaris van Baarn) bij een foto uit
1892 dat de villa werd gebouwd voor rekening van de heer
Blom, vader van een firmant van Blom & Van der Aa. In
een andere lezing heet het dat het gebouw tot het Domein
Soestdijk behoorde en tijdens de regeringsperiode van Koning
Willem III gebouwd werd voor een van zijn kamerheren.Tenslotte
is er nog de (niet juiste) versie dat de villa gebouwd werd
door de familie Taets van Amerongen.
De waarheid is waarschijnlijk alleen te achterhalen in de
computerbestanden van het Kadaster!
Zeker is in elk geval dat de villa in de 19e eeuw bewoond
werd door mevrouw Hulft Baronesse Taets van Amerongen. Zij
was hofdame van de eerste gemalin van Koning Willem III,
Koningin Sophie, Prinses van Württemberg (1818-1877).
Aangenomen mag worden dat de villa toen eigendom was van
de familie Taets van Amerongen: immers hun stamhuis in Zeist
draagt de naam "Kersbergen".
Later kwam de villa in bezit van de familie Meursing, eigenaar
van bierbrouwerij "Phoenix" in Amersfoort.
In de jaren 1940/1941 werd "Kersbergen" gevorderd
door Duitse officieren. In 1942 deed zij dienst als internaat
van een Rooms Katholieke Kweekschool uit Hilversum.
Al voor (en ook nog na) WO II was in de villa een pension gevestigd
onder leiding van
de dames C.J. en H.C.J. Hageman. Zij maakten daarbij geen gebruik meer
van het Koetshuis, dat ongeveer op de hoek Boschstraat/ Nijverheidsstraat
lag, recht tegenover de Schoolstraat. Het koetshuis werd dan ook onderverhuurd
en kreeg, evenals veel andere koetshuizen in Baarn, een andere bestemming.
Het werd een dependance van het bedrijf van de heer Ambrosius in de
Amalialaan (de latere Parkgarage), en deed dienst als stalling voor
pensionpaarden en voor de wagens van Van Gend & Loos van de oude
en de jonge Jan Daatselaar (geen directe familie van elkaar).
Het koetshuis wisselde verschillende keren van huurder.
Toen de heer Ambrosius zijn bedrijf beëindigde, vestigde
een van zijn werknemers (Dirk Goris) zich aan de Bosstraat.
De activiteiten behelsden toen reparatie van de voertuigen
en het verhuren van luxe auto's (ook als taxi met chauffeur),
waarvoor met één A-Fordje werd begonnen. Het
bedrijf groeide uit tot een garagebedrijf, compleet met
handbediende (en later electrische) benzinepomp.
Nadat de heer Goris op de Amsterdamse straatweg dodelijk
verongelukte, kwam in 1948 de heer Willing uit Hoorn als
zijn opvolger, twee jaar later gevolgd door de heer G.G.
van Rootselaar. En wat zijn voorgangers niet gelukt was,
lukte hem wel: na een sterfgeval in de familie Meursing-Korthals
Altes kocht hij op 31 juli 1956 het gebouw Kersbergen met
garage, bovenwoning en tuin, gelegen aan de Bosstraaat 8
en 10. Op 14 augustus 1958 verwierf hij nog een ander, aangrenzend
perceel aan de Bosstraat.
Op 8 augustus 1959 verkocht de heer Van Rootselaar deze
beide percelen met opstallen aan de heer J. Slob, bouwondernemer
te Baarn en enig bestuurslid van de Coöperatieve Flatexploitatievereniging
"Parkflats Kersbergen" U.A. (die op dezelfde datum
was opgericht) met het doel op het terrein twee flatgebouwen
te stichten met garages en toebehoren.
De statuten van de Coöperatie werden vastgesteld op
10 maart 1960 (later gewijzigd op 20 oktober 1967 en opnieuw
vastgesteld op 31 oktober 2001).
De sloop van de oude opstallen en de bouw van de flats
verliepen blijkbaar voorspoedig: op 7 oktober 1960 werden
de installatie-aktes getekend voor de appartementen Bosstraat
32 t/m 54 (nu 44 t/m 66). Voor de appartementen 8 t/m 30
(nu 20 t/m 42) vond dit plaats op 27 oktober, 22 en 25 november
1960.
De bedragen die de eerste leden voor hun lidmaatschap betaalden
waren:
voor de 1e woonlaag f 27.000,-
voor de 2e woonlaag f 26.250,-
voor de 3e woonlaag f 26.000,-
|